AU BOIS 228

Het gebouw markeert het einde van de reeks rijhuizen aan de Bosstraat. De diepte van het gebouw sluit aan bij die van de verspreide bijgebouwen en secundaire volumes van deze rijwoningen, wat een brede voorgevel oplevert in de zijstraat die zich beter verhoudt tot de gevel van het overliggende appartementsgebouw aan de Van Genegenstraat. Op die wijze legt het gebouw met zijn volumetrische opzet het verband tussen verschillende schaalniveaus en functioneert het als een scharnier op de hoek van beide straten. De tuin, met een beeldbepalende boom die werd behouden, opent zich naar de zijstraat. Passend bij de gelijkwaardige gerichtheid op beide straten, werd de toegang naar de trappenhal van het gebouw in de zijstraat ondergebracht, met de inkomdeur onder de loggia, die als luifel fungeert. De inkomhal- anderhalf niveau hoog- is voorzien van een grote tweede raamopening die uitkomt op de Bosstraat. Ze draagt zo bij tot een levendige plint in een straat met vele winkelpuien. Alle drie de gevels zijn voorzien van een subtiel spel van volumes en vlakken, waar de materiaalkeuze aan bijdraagt: rood metselwerk, prefab betonelementen, pleisterwerk en kleidakpannen. Binnenin, biedt het gebouw plaats aan twee duplexwoningen waarvan de inrichting is omgekeerd. De eerste heeft zijn leefruimte op een verhoogde begane grond die uitgeeft op de tuin en tegelijk een semi-ondergrondse parkeerlaag mogelijk maakt. De slaapkamers bevinden zich op de eerste verdieping. Een vide met trap verbindt visueel de twee niveaus. De tweede duplex heeft zijn slaapkamers op de tweede verdieping en zijn leefruimte op de bovenste verdieping binnen het dakvolume, en geniet op die manier van een dakterras. De binnentrap bevindt er zich boven het gemeenschappelijke trappenhuis. Elk appartement beschikt zo over meerdere buitenruimten.